Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Taunus

betekenis & definitie

deel van het Rijnse Leisteengebergte, strekt zich uit tussen de Main, de Rijn en de Lahn. Het gebergte is ca 90 km lang, bosrijk, loopt als een middelmatig hoge bergrug langs de westzijde van de Wetterau en eindigt aan de Rijn bij Rüdesheim en Lorch.

Aan de zuidzijde is het gebergte vrij steil, meer nog aan de westzijde van Bingen tot Lahnstein, waar de toppen met bouwvallen van burchten zijn gekroond.In engere zin is het eigenlijk alleen „Die Höhe”, d.i. de hoogste rug ten O. van het Walluf-dal; de voortzetting daarvan heet ook wel Rheingaugebergte. De kam van het gebergte is gemiddeld 480 m hoog; sommige ronde of afgeknotte kwartsiettoppen komen nog 300-400 m daarboven. De hoogste toppen zijn de Grosse Feldberg (880 m) en in het Rheingaugebergte de „Kalte Herberge” (620 m). De noordelijke afhelling van de Taunus naar de zijde van de Lahn is veel geleidelijker en draagt meer het karakter van een hoogvlakte. Het Taunusgebergte bestaat hoofdzakelijk uit leisteen, kwarts en grauwacke. Op de met löss bedekte zuidelijke hellingen vindt men wijngaarden, vrucht- en kastanjebomen. De hogere delen zijn meest met naald- en beukenbossen bedekt. Van zijn rivieren stroomt de Use naar de Wetter, de Schwarze naar de Main en de Wisper naar de Rijn, terwijl de Aar, de Ems en de Weil in de Lahn uitmonden. Men vindt er een aantal minerale bronnen, o.a. te Wiesbaden, Schwalbach, Selters, Homburg, Schlangenbad, Soden en Ems.

< >