Hebreeuws woord (meervoud targoemim), is de naam van de Joods-Aramese vertolkingen van het Oude Testament. Zij ontstonden, toen de Joden in Palestina het Hebreeuws niet algemeen meer verstonden, zodat bij het voorlezen uit de Bijbel een vertaling in het Aramees noodzakelijk werd.
Meestal ging dit met verklaringen gepaard. Met de vertaling en uitlegging was een daartoe aangesteld persoon, methoergeman (vertolker, vgl. ons woord „dragoman”) genaamd, belast. Gedurende lange tijd werden deze vertalingen slechts mondeling overgeleverd.De oudste, bijna woordelijke Targoem van de Pentateuch, waarschijnlijk in de 2de eeuw n. Chr. in Palestina ontstaan en in de 5de eeuw opgetekend te Babylon, is onder de naam Targoem van Onkelos bekend. Meer omschrijvend is de Targoem Jonathan van de Profeten, die in zijn tegenwoordige vorm uit de 5de eeuw afkomstig is en aan Jonathan ben Oesiel, een leerling van Hillel, toegeschreven wordt. In de 2de helft van de 7de eeuw werd de Jeruzalemse Targoem van de Pentateuch (ook wel Fragmenten Targoem genoemd) opgetekend; gelijktijdig of later ontstond ook een Targoem bij de Hagiografen. De Targoem is in de zgn. Rabbijnse Bijbels en polyglotten afgedrukt. In 1884 heeft Berliner de Targoem van de Pentateuch, in 1872 Lagarde die van de Profeten en in 1873 die van de Hagiografen, Ginsburger in 1899 de Jeruzalemse en in 1903 die van Jonathan ben Oesiel nieuw uitgegeven.
Lit.: Pentateuch with Targum Onkelos... transl. by M. Rosenbaum and A. M. Silbermann (1948); The Targum of Isaiah, ed. with a transl. by J. F. Stenning (1949).