(Ital.: Taranto), hoofdstad van de gelijknamige Italiaanse provincie, ligt op de zgn. hiel van Zuid-Italië, en aan een beschutte baai, telt (1951) 174200 inw. Tarente bestaat uit een oude, dichtbevolkte stad op een rotseiland en de nieuwe stad op een landtong.
De stad bezit in het Mare Piccolo (een lagune) een diepe, veilige haven (vroeger oorlogshaven). Er is hier tevens plaats voor het landen van watervliegtuigen. Men vindt in en bij de stad nog talrijke oude gebouwen, w.o. een kasteel, een Romeins aquaduct, middeleeuwse paleizen en kerken. De kathedraal van San Cataldo uit de 11de eeuw, hernieuwd in de 16de eeuw, is boven een Oudchristelijke basilica gebouwd, die in 1901 is uitgegraven. De bewoners leven van visserij, oester- en mosselenteelt (in het Mare Piccolo), lichte industrie (olie, pottenbakkerij) en handel. De stad is de zetel van een aartsbisschop.Tarente werd in de 8ste eeuw v. Chr. door Spartanen gesticht en was onder de naam van Taras tot 272 v. Chr. een belangrijke Griekse kolonie in Zuid-Italië, waarna zij door de Romeinen werd veroverd. Bekend waren in die tijd de ijzergieterijen. Na de ondergang van de Oost-Goten behoorde Tarente aan het Byzantijnse Rijk, het werd in 1063 door Noormannen veroverd, vormde daarna een leen vorstendom van Napels en kwam in 1861 bij het koninkrijk Italië. Uit de Griekse tijd is in de stad slechts één Dorische zuil over. Wel bezit het museum een grote verzameling antieke voorwerpen, vnl. terracotta-figuren, vazen en munten; nog steeds vinden nieuwe vondsten plaats. Een belangrijke collectie van vondsten uit Taras bevat het Allard Pierson-museum te Amsterdam; ook het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden bezit het een en ander. Enkele fraaie terracotta’s vindt men in het Gemeentemuseum te ’s-Gravenhage.
Golf van Tarente
heet een bocht van de Ionische Zee, tussen het voorgebergte Santa Maria di Leuca en Kaap Colonne (di Nao), ingesloten door de schiereilanden Calabrië en Apulië. Het noordelijk deel van de golf staat ook bekend als Mare Grande.