bijgenaamd Ha-zaken (de Oudere), beroemd Israëlietisch geleerde omstreeks de aanvang onzer tijdrekening, geb. te Babylon, begaf zich op zijn 40ste jaar naar Jeruzalem om zijn kennis te vermeerderen en werd daar ten slotte hoofd van het Sanhedrin. Dat hij leermeester van Jezus zou zijn geweest, is niet bewijsbaar.
Op grond van verschillende gelijksoortige uitspraken is dit meermalen betoogd. Hij behoorde tot de sekte der Farizeeën, stond een vrijzinnige wetsverklaring voor en onderscheidde zich door voorbeeldige zachtmoedigheid en humaniteit. Men leert zijn wijsgerige stellingen kennen uit zijn spreuken in de zgn. Pirke Aboth, een tractaat, dat in de Misjna* is opgenomen.