Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Tafeltennis

betekenis & definitie

is een nog jonge sport, die eerst na afloop van Wereldoorlog I beoefenaars trok. Juist omdat deze sport haar oorsprong vindt in de 20ste eeuw, is het verwonderlijk dat er over haar ontstaan vrijwel niets bekend is.

Aangenomen mag worden dat een Engelse speelgoedfabrikant een tennisspel vervaardigde, dat op een tafel beoefend kon worden. Hierbij werden perkamenten rackets gebruikt, die bij de aanraking van de bal de geluiden ping en pong voortbrachten. Vandaar dat men dit op een tafel gespeelde tennisspel met de klanknabootsende naam pingpong aanduidde. Voor een gezelschapsspel is dit een aanvaardbare benaming, maar toen ca 1925 tafeltennis meer en meer als wedstrijdsport werd beoefend, en spoedig de wijze waarop er werd gespeeld niet meer herinnerde aan het „slappe gelepel” in de huiskamer, begonnen de beoefenaren tegen de benaming pingpong bezwaren te maken. Men achtte dit woord te denigrerend voor een tak van sport die zulke hoge eisen stelt aan behendigheid, snelheid van reactie, kracht en uithoudingsvermogen der mannelijke en vrouwelijke beoefenaren.Tafeltennis wordt gespeeld op een rechthoekige tafel waarvan het oppervlak 76 cm boven de vloer moet liggen. De lengte bedraagt 274 cm en de breedte 152½ cm. Het speelvlak wordt door een net, dat 15¼ cm hoog dient te zijn in twee even grote velden verdeeld. De bal, waarmee gespeeld wordt, dient zuiver rond te zyn, licht van kleur en van celluloid vervaardigd. Het gewicht mag ten hoogste 2,53 g en ten minste 2,40 g bedragen.

Het plankje waarmee de bal wordt geslagen, dat met de naam ,,bat” wordt aangeduid, mag van elk gewenst materiaal vervaardigd zijn. Ook de vorm, het gewicht en de afmetingen zijn vrij en ongelimiteerd. Aanvankelijk gebruikte men hoofdzakelijk geheel houten bats, doch tegenwoordig zijn alle bats voorzien van een rubberbekleding, waardoor het gemakkelijker is de bal met effect te spelen.

De beginslag of service is een der moeilijkste van het spel. De vrije hand moet open, vlak en horizontaal worden gehouden, de vingers gestrekt en aaneen gesloten, de duim los daarvan en eveneens gestrekt in hetzelfde horizontale vlak als de vingers en de handpalm, de bal rustende op het midden van de handpalm zonder daarbij op enigerlei wijze door de vingers of duim te worden omklemd of aangeraakt. De hand of handpalm mag hierbij niet tot een kom worden gevormd. De serveerder moet de bal met de vrije hand omhoog werpen, waarbij de vrije hand in de hierboven omschreven houding moet blijven totdat de bal niet meer met deze hand in aanraking is. De serveerder mag de bal niet van de vrije hand op zijn bat laten rollen. Na het op de juiste wijze opgooien van de bal wordt deze met het bat geslagen, zodanig dat hij eerst het eigen speelvlak en daarna dat van de tegenstander raakt zonder met het net in aanraking te komen. Op het ogenblik dat bij de beginslag het bat met de bal in aanraking komt, moet de bal zich buiten het speelvlak bevinden, dus achter de eindlijnen en tussen de denkbeeldige, verlengde zijlijnen. Voor elke gewonnen slag wordt een punt toegekend. Hij die het eerst 21 punten heeft behaald wint een game. Hebben beide spelers 20 punten bereikt dan wordt er doorgespeeld tot een van hen twee punten op de ander voor staat. Een wedstrijd bestaat uit twee, drie, vier of vijf games, al naar gelang de bepaling van „best of three” of „best of five games” geldt.

Het lichaam dat het internationale wedstrijdwezen regelt is de International Table Tennis Federation, welke in 1926 te Londen werd opgericht. Hierbij is de in 1935 te Utrecht opgerichte Nederlandse Tafeltennisbond aangesloten. Het aantal aangesloten spelers en speelsters bedraagt ca 8000. De N.T.B. organiseert jaarlijks een competitie welke onderverdeeld is in een hoofdklasse, een overgangsklasse, een eerste, tweede, derde en een vierde klasse.

Spelers of speelsters die tot de internationale topklasse behoren heeft Nederland nimmer voortgebracht. C(or) Du Buy is onze bekendste en meest succesrijke speler die verschillende malen kampioen van Nederland werd.

Spelers in het buitenland die grote bekendheid verwierven zijn: Victor Barna (Hongarije), Richard Bergmann (Polen en na naturalisatie Engeland), Johnny Leach (Engeland) en Bohumil Vana (Tsjechoslowakije). Sinds 1927 wordt er jaarlijks om het wereldkampioenschap gespeeld, waarbij voor de heren de Swaythlingbeker als inzet dient en voor de dames de Marcel Corbillon-beker.

Merkwaardig is dat in deze tak van sport geen verschil gemaakt wordt tussen amateurs en professionals.

H. J. LOOMAN

Lit.: Jack Garrington, Modern Table Tennis (1939); N. Hogendoorn en H. B. F. van Hal, Tafeltennis (Utrecht 1950; V. Barna, Table Tennis (1935).

< >