plan tenfamilie uit de orde der Diospyrinen met 6 geslachten en ruim ioo soorten in het Mediterrane gebied, tropisch Afrika, Oost-Azië en tropisch en gematigd Amerika, houtgewassen met verspreide gaafrandige of gezaagde bladen, meest met sterharen en alleenstaande of tot trossen of pluimen verenigde regelmatige 2-slachtige bloemen met een 4- of 5-tandige kelk, een 4- of 5-slippige kroon, dubbel zoveel, tot een korter of langer buisje verbonden meeldraden als kroonbladen en een bovenstandig, onderaan 3-5-hokkig vruchtbeginsel met 1 of enige zaadknoppen per hokje en 1 stijl met 1-5 stempels, dat rijpt tot een droge of vlezige, soms gevleugelde steenvrucht met i of weinig zaden. Het grootste geslacht, behalve in Afrika overal in de tropen en subtropen vertegenwoordigd, is Styrax L,., met als bekendste soorten S. officinalis L. uit het O.
Mediterrane gebied, die het vroeger zeer gewaardeerde hars storax levert, S. Benzoin Dryand. (z benzoëhars) en S.japonica S. et Z., een sierheester met hangende witte bloemen uit Oost-Azië.Een halfonderstandig vruchtbeginsel hebben Halesia Ellis, met in groepjes staande 4-tallige bloemen en 1 soort in Oost-China en 3 in Atlantisch Noord-Amerika, waaronder H. carolina L. (syn. letraptera Ellis, een naam, die op de 4-vleugelige vrucht slaat), de bekende Sneeuwklokjeshoorn. en Pterostyrax S. et Z., met hangende pluimen 5-tallige bloemen en 3 soorten in Oost-Azië, o.a. P. hispida S. et Z., een bekende sierboom. Het geslacht Symplocos Jacq., met 290 soorten in de tropen en subtropen van Azië en Amerika, wijkt af door de meest in bundels voor de petalen staande meeldraden en een onderstandig, 2-5-hokkig vruchtbeginsel, waarom het ook wel tot een eigen familie Symplocaceeën wordt verheven.
