(Latijn: stola) gelijkt op de manipel wat stof, vorm en liturgische kleur betreft, doch is veel langer en wordt rondom de hals gedragen, hetzij schuin als een sjerp door de diaken, hetzij recht voor de borst gekruist of recht afhangend door de priester en de bisschop. Met het kleed, dat door de gehuwde Romeinse vrouwen gedragen werd, heeft dit gewaad geen verwantschap.
Waarschijnlijk is het van Oosterse oorsprong en zeker heette het te Rome in het begin orarium.