Wat is de betekenis van stool?

2024-04-24
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

stool

priesterstola; stola. Voorbeelden: Liturgische kleding. De celebrant en de diaken dragen albe, cingel, eventueel een amict (schouderdoek) en stool. De celebrant bovendien het kazuifel (soms de koorkap). http://users.skynet.be/courlisius/lita.html Omstreeks 1703 bevatte de kapel, na een plundering, nog de altaartafel [...], een...

2024-04-24
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Stool

schouderband van priesters

2024-04-24
Kerkelijk woordenboek

Professor mag. dr. J.B. Kors o.p. (1967)

Stool

lange plm. 8 c.m. breede band van zijde vervaardigd, met één kruisje als teeken van wijding versierd; dit kruisje bevindt zich in het midden, waar de S., alvorens de priester er zich mee bekleedt, gekust wordt; meer kruisjes, zooals men veelal ziet (aan de uiteinden), zijn noch vereischt, noch gewenscht. De S. wordt gedragen in de lit...

2024-04-24
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Stool

zie: stola

2024-04-24
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

stool

I. 1. (kantoor)kruk, stoeltje (zonder leuning), (voeten)bankje, tabouretje; vensterbank; 2. stoel [v. bamboestruik]; stool of repentance, zondaarsbankje; II. (uit) stoelen.

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

STOOL

(<Lat.), v. (stolen), (R.-K.) lange bandstrook, door de priester om de hals en de schouders gekruist gedragen, door de diaken over de linkerschouder, bij het verrichten van zekere geestelijke bedieningen: de stool verzinnebeeldt het juk des Heren.

2024-04-24
Geneeskundig woordenboek (EN-NL)

dr. mr. W. Schuurmans Stekhoven (1949)

stool

ontlasting, stoelgang; fatty stool, vetontlasting.

2024-04-24
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

stool

v. zie stola.

Wil je toegang tot alle 19 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Stool

(Latijn: stola) gelijkt op de manipel wat stof, vorm en liturgische kleur betreft, doch is veel langer en wordt rondom de hals gedragen, hetzij schuin als een sjerp door de diaken, hetzij recht voor de borst gekruist of recht afhangend door de priester en de bisschop. Met het kleed, dat door de gehuwde Romeinse vrouwen gedragen werd,...