of Stirlingshire, graafschap in het Z.O. van Schotland aan de Forthbaai, telt op 1169 km2 (1951) 187430 inw. Het N.W. deel is een kale bergstreek, met de Ben Lomond (973 m) en de Campsie Fells; het oostelijk deel, de Carse of Stirling, is een vlakte met akkerbouw.
Rivieren zijn de Forth, de Carron en de Endrick, in het Z.O. loopt het Forth-Clydekanaal. Het graafschap bevat veel delfstoffen, vooral steenkolen en ijzer.Van de gehele oppervlakte is 20 pet voor bouwland en ruim 22 pet voor weiland geschikt. Er is wol-, katoen- en linnenindustrie. In de Romeinse tijd werd er de beroemde Pictenmuur opgeworpen. Hoofdstad is Stirling (1951: 26 960 inw.), spoorwegkruispunt aan de Forth, een oude plaats met een oud koninklijk kasteel (op een bazaltheuvel), een Guildhall (1639), verschillende andere oude gebouwen en industrie (o.m. linnen, jute, landbouwwerktuigen). Het kasteel was vroeger de sleutel tot de Schotse Hooglanden. In 1297 werden de Engelsen er door Wallace geslagen. In 1304 namen de Engelsen het kasteel; in 1314 moesten zij het na de slag van Bannockburn weer ontruimen. In de nabijheid ligt de Augustijner Cambuskenneth Abbey, gesticht in 1147.
