Griekse lyrische dichter van grote productiviteit (Himera op Sicilië ca 640 555 v. Chr.), beoefende de koorlyriek en is de schepper van het genre der episch-lyrische balladen, waarin de stof van het Griekse heldendicht in lyrische vorm werd bezongen.
Hij heeft invloed uitgeoefend op Aeschylus en Euripides, indirect ook op de dichters der Hellenistische periode. Men verhaalt, dat hij de figuur van Helena eerst in misprijzende zin heeft behandeld, maar, toen hij deswege door de in Dorische kring als eodin vereerde vrouw met blindheid was geslagen, een palinodie heeft gedicht van loffelijke strekking. Naast de heroïsche mythen verwerkte hij ook erotische sprookjes en werd aldus een der voorlopers der idyllische bucoliek uit later tijd.Bibl.: Uitgave met comm. v. J. J. Vürtheim (Leiden 1919), ook bij E. Diehl, Anthol. lyrica graeca, II, 5 (Leipzig 1936).
Lit.: C. M. Bowra, Greek Lyric Poetry (1936). blz. 77-140.
