Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

SPINOLA, ambrosio

betekenis & definitie

Markies los Balbazes, Spaans generaal (Genua 1569 - Castelnuovo, Montferrat, 25 Sept. 1630), volgde zijn broeder Frederik naar de Nederlanden met een aantal door hemzelf geworven troepen en kwam hier in 1602, met de opdracht van Philips III, om een expeditie naar Engeland voor te bereiden. Hij kreeg het bevel over de troepen, die Oostende sinds 1601 belegerden, en slaagde er in 1604 in de stad te veroveren.

Hij werd daarom door de Aartshertogen belast met het opperbevel, als opvolger van Mendoza, terwijl de koning hem gebruikte om Albertus te controleren, eventueel als diens opvolger. Zo werd Spinola iemand, die voortaan in alles gekend werd. Hij behaalde bovendien, ondanks het geldgebrek, grote militaire successen: in 1605 werden Oldenzaal en Lingen, in 1606 Groenlo en Rijnberk door hem veroverd. Hij nam deel aan de vredesonderhandelingen, waarvoor hij zelf naar ’s-Gravenhage overkwam (1608) (zie Bestand, Twaalfjarig).In de Gulik-Kleefse verwikkelingen trad hij voor de Aartshertogen, die de keizerlijke partij ondersteunden, op en bezette Gulik (1614) en trok in 1619-1620 over de Rijn en Main, ter samenwerking met Tilly in de Dertigjarige Oorlog. In 1621, tegen het einde van het Bestand, begaf hij zich weder naar de Nederlanden, waar hij, na de dood van Albertus, weer de voornaamste raadgever van Isabella was. Spinola belegerde in 1622 vergeefs Bergen-op-Zoom en sloeg in het einde van 1624 het beleg voor Breda, welke vesting hij 11 Juni 1625 innam. Daarna echter moest hij het tegen Frederik Hendrik afleggen en de Spanjaarden waren weer aan de verliezende hand. In 1628 vertrok hij naar Spanje en in 1629 werd hij gouverneur van Milaan, als hoedanig hij deelnam aan de Mantuaanse successieoorlog tegen de Fransen.

DR H. A. ENNO VAN GELDER

Lit.: Siret, Ambroise Spinola, épisode du temps d’Albert et d’Isabelle (2de druk, Namen 1855); Rodriguez Villa, Ambrosio Spinola (Madrid 1905); Aub. Miraeus, Gentis Spinulae illustr. elogia (opgenomen in Historia belgica, van Gamurinus, Keulen 1611).

< >