Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

SPIEGHEL, henric laurens

betekenis & definitie

Nederlands humanistisch dichter; kenspreuk „Deugd verheugt” (Amsterdam 11 Mrt 1549 - Alkmaar 4 Jan. 1612), was koopman en nam weinig aan het openbare leven deel. Hij bleef de Katholieke Kerk getrouw, doch treedt in zijn gedichten op als vijand van alle godsdiensttwisten.

Spieghel is in Nederland een van de voornaamste verbreiders geweest van de opvattingen der Renaissance. Zijn hoofdwerk, de Hert-spieghel is het eerste grote werk dat zowel in dichtmaat als in bondigheid en keurigheid van vorm geheel onder klassieke invloed staat. Deze ethica werd waarschijnlijk geschreven tussen 1585 en 1595. Spieghel was lid en korte tijd leider van de kamer „De Egelantier”. Op zijn buitentje Meerhuizen aan de Amstel verzamelde hij zijn kunstlievende vrienden, onder wie Roemer Visscher, Coornhert en Jan van Hout. Van groot belang zijn de werken, waarin hij opkomt voor de landstaal, haar beoefening en zuivering: Twespraack van de Nederduytsche letterkunst, uitg. op naam van „De Egelantier” (1584) en Ruygh-bewerp van Redekaveling (1587). Ook werkte hij mee aan Dousa’s uitgaven van Melis Stoke’s Rijmkroniek (1591).Bibl.: Thyestes-vertaling (na 1578, verloren gegaan); H. L. S.’s Hertspieghel en andere zedeschriften uitg. d. P. Vlaming (1723); nieuwe uitg. van de eerste 3 zangen van de Hertspieghel d. A.

C. de Jong (1930); jeugdpoëzie: achter Roemer Visscher’s Brabbeling (1614, 1669); Numa ofte Amptsweygeringhe (drama naar Plutarchus), uitg. d. F. A. Stoett in Tschr. v. Ned. Taal en Lett.

XXI (1902) en N. v. d. Laan, Noordnederlandse Rederijkersspelen (1941); Zeegbaaks Lofsang (n.a.v. de ondergang van de Armada) uitg. d. G. Kalff in Tijdschr. v. Ned. Taal en Lett. VI (1886).

Lit.: H. J. Allard, H. L. S., in: Jaarboekje van Alb. Thijm (1901); A.

Verwey, H. L. S. (1919); J. P. Buisman, De ethische denkbeelden van H. L. S. (1935).

< >