Nederlands schilder, graveur en uitgever (Haarlem ca 1580 - 16 Aug. 1657), ontving zijn opleiding te Antwerpen, volgens C. de Bie als een leerling en helper van Rubens, van wie hij vele werken in prent heeft gebracht. Uit zijn portretten blijkt voorts verwantschap met de kunst van Rubens’ Antwerpse medewerker Cornelis de Vos.
De techniek van het graveren leerde hij waarschijnlijk van Jacob Matham. In 1620 werd hij burger van Antwerpen; in 1624 trad hij in dienst van de Poolse koning Wladislaus Sigismund, maar van 1628 af woonde hij weer in Haarlem, waar de vitale portretten van Frans Hals indruk op hem maakten. Later nam hij met andere Noord- en Zuidnederlandse schilders, onder leiding van Jacob van Campen, deel aan de decoratie van de Oranjezaal in het Huis ten Bosch te ’s-Gravenhage. Hij schilderde en graveerde portretten en taferelen met talrijke figuren in volle, barokke trant. Werk van zijn hand vindt men in het Frans Hals-Museum te Haarlem.