Graaf, Belgisch Katholiek staatsman (Gent 12 Mei 1843 - Brussel 9 Sept. 1913) werd op 8 Juni 1886 te Gent, waar hij grootindustrieel was, tot volksvertegenwoordiger verkozen. Door zijn toedoen werd een wet op de werkmanswoningen en de vrouwen- en kinderarbeid goedgekeurd.
Op 26 Mrt 1894 verkreeg hij de portefeuille van Financiën en stond van 1896 tot 1907 nagenoeg ononderbroken aan het hoofd der regering, terwijl hij de departementen van Financiën en Openbare Werken bleef beheren. In 1899 benoemde de Koning hem tot minister van State en verhief hem in 1900 in de adelstand met de titel van graaf. Op 16 Juli 1908 werd hij tot provinciaal senator verkozen. Als minister van Financiën hervormde hij de comptabiliteit van de staat, als eerste-minister regelde hij de toepassing der evenredige vertegenwoordiging bij de verkiezingen, als minister van Openbare Werken steunde hij koning Leopold II bij de uitvoering van grootscheepse werken.