Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

Sjamanisme

betekenis & definitie

De extase, waarin de sjamaan zich zelf brengt, moet in de letterlijke zin worden genomen, daar bij de Siberische volken de voorstelling heerst, dat zo nodig de sjamaan buiten zichzelf treedt, dat dus zijn ziel het lichaam verlaat. Hij valt dan ook soms na een wilde dans bewusteloos neer, maar ook wel verheft hij zich weer om met heftige bewegingen te kennen te geven, dat hij strijd voert met een geest.

Ziekte is daarvoor de gewone aanleiding, want de voorstelling heerst, dat een boze geest zich van de ziel van de patiënt heeft meester gemaakt; de sjamaan tracht hem deze ziel weer te ontnemen. Echter komt ook het idee voor, dat de boze geest in de patiënt heeft plaats genomen, en dat hij dus door de sjamaan verdreven moet worden.Sommige sjamanen hebben een geest aan zich dienstbaar gemaakt. Zij kunnen hem naar willekeur oproepen om hen te helpen. De kunst van buikspreken komt daarbij uitnemend te pas. Bogoras maakte mee, dat een sjamaan in een tent van de Tsjoektsjen zijn geest opriep, wiens voetstappen men hoorde naderen, die men de tent hoorde binnentreden en wiens stem zo vlak bij het oor van de onderzoeker klonk, dat deze een greep in die richting deed. Op bevel van de sjamaan verwijderde de geest zich in de aarde, waaruit men zijn stem steeds zwakker hoorde. Een der taken van de sjamanen is, de geest toekomstvoorspellingen te laten doen.

Een kunst, die in Siberië ook op andere wijze beoefend wordt, nl. door de barsten te bestuderen, die in het schouderblad van een schaap ontstaan, als men dit been in het vuur houdt. Evenals de naam sjamaan wordt ook de term sjamanisme gebruikt voor volken buiten Siberië. Men heeft dan speciaal het verschijnsel op het oog, dat geesten gevraagd wordt, de toekomst te voorspellen. Dit geschiedt echter dikwijls op andere wijze, waarbij men zich voorstelt, dat de geest in het lichaam van de sjamaan neerdaalt. Van zulke inspiratie verneemt men bij de Siberische sjamanen uiterst zelden en de benaming van dit verschijnsel met „sjamanisme” is dus niet zeer nauwkeurig. Men kan beter van orakelwezen spreken.

PROF. DR J. J. FAHRENFORT

Lit.: G. Nioradze, Der Schamanismus b. d. Siberischen Völkern (Stuttgart 1925); M. A. Czaplicka, Aboriginal Siberia, (Oxford 1914); W. Bogoras, The Chuckchee (Publ. of the Jesup North Pacific Exp., in: Memoirs of the Amer.

Mus. of Nat. Hist. vol. XI, 1909.

< >