Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

SINT-PIETERS-LEEUW

betekenis & definitie

gem. in Belgisch Brabant, aan de Zenne en het kanaal Brussel - Charleroi, op golvende leembodem (2316 ha), telt (1951) 11.386 inw. Er is landbouw, chemische industrie w.o. verffabricage en autobandenproductie, voedings- en weefnijverheid.

Het was de zetel van de uitgestrekte heerlijkheid Leeuw; het herenkasteel (17de eeuw) draagt de naam van graaf Coloma (18de eeuw). Het kasteel Klein-Bijgaarden was voorheen een Benedictinessenpriorij (1251-1796); het gebouw is nieuw. Merkwaardige Laatgothische kerk, vooral het koor (15de eeuw), de lambrizering, de Marteldood van St-Pieter geschilderd door J. Cossiers (1600-1670) en de 18de-eeuwse preekstoel. Kasteel Rattendaal (1836) met oude hoeve (1778). In 1927 werd het gehucht Lot van de gemeente gescheiden.Lit.: M. van den Weghe, Een bijdrage tot de gesch. v. S. (Wetteren 1931).

< >