1ste Viscount, Brits staatsman (Bath 28 Febr. 1873), werd in 1899 advocaat, als hoedanig hij spoedig naam maakte. In 1906 werd hij liberaal lid van het Lagerhuis.
Vervolgens werd hij sollicitor-general (1910) en, als attorney-general, kabinetslid (1913). Hoewel aanvankelijk tegenstander van Engelands deelneming aan Wereldoorlog I, bleef hij in het kabinet-Asquith en werd in 1915 minister van Binnenlandse Zaken. In 1916 trad hij echter af, daar hij tegen de dienstplicht was, en nam dienst bij de R.A.F. Hij werd in 1918 niet herkozen en kreeg pas in 1924 weer zitting in het parlement. Van 1927-1930 was hij president van de commissie voor de bestuurshervorming in India. Bij de vorming van de nationale regering in 1931 nam MacDonald Sir John Simon daarin op als minister van Buitenlandse Zaken.
Tevens werd deze leider der nieuw gevormde Nationaal Liberale Partij. Hij streefde, met slechts tijdelijk succes, naar toenadering tot Duitsland en verruilde in 1935 zijn portefeuille voor die van Binnenlandse Zaken. Van 1937-1940 was hij minister van Financiën. Na reeds in 1910 Knight te zijn geworden, werd hij in 1940 tot Viscount verheven. Tevens kreeg hij (tot 1945) het ambt van Lord Chancellor.Bibl.: Retrospect. The Memoirs of Viscount S. (London 1952).