Amerikaans generaal (Lancaster, Ohio, 8 Febr. 1820 - New York 14 Febr. 1891), trad na een niet al te gelukkige militaire loopbaan als vrijwilliger in het leger van de Unie bij het uitbreken van de Secessieoorlog (1861). Spoedig klom hij op tot generaal-majoor en onderscheidde zich bij vele gelegenheden.
Zijn naam vestigde hij voorgoed toen hij in 1864 Atlanta veroverde en van daar een stoutmoedige tocht door Georgia naar Savannah ondernam; in deze „march to sea” verwoestte hij Georgia systematisch. Nog erger was het optreden van zijn leger in Zuid-Carolina, dat hij ten volle de verschrikkingen van de oorlog deed voelen. Na de capitulatie van Lee gaf op 26 Apr. 1865 Johnston zich met de rest van de Zuidelijke troepen aan hem over. Na de vrede diende hij zijn land o.m. in de strijd tegen de Indianen en toen Grant in 1868 tot president was gekozen, werd hij opperbevelhebber van het Amerikaanse leger. Sherman was de knapste veldheer van de Amerikaanse burgeroorlog; hij was zeer bemind bij zijn soldaten, maar hij heeft zijn naam bevlekt door de afschuwelijke wijze, waarop hij deze soldaten op de weerloze burgerij in het Zuiden heeft losgelaten.PROF. DR J. PRESSER
Bibl.: W. T. S., March Through Georgia (1865); ld. Memoirs (1875).
Lit.: L. Lewis, S., Fighting Prophet (1932); Earl Schenk Miers, The General Who Marched To Hell: W. T. S. (1951).