Vlaams letterkundige (Noorderwijk 4 Juni 1838 -Tongerloo 30 Juli 1903), was Norbertijner kannunik, leraar in de godgeleerdheid en bibliothecaris in de abdij van Tongerloo. Hij behaalde zijn eerste successen met zijn roman Voor twee vaders en zijn humoristisch boekje
De Kruiwagens (onder pseudoniem Peeter Klein). Laatstgenoemd werkje is ten onrechte in de vergetelheid geraakt, evenals het voor zijn tijd opmerkelijke toneelstuk Sinte Dimphna’s Marteldood. Daems’ betekenis ligt echter vooral in zijn naar eenvoud strevende gedichten, waarvan de beste verzameld zijn in Dit sijn suverlike Liedekens (in middeleeuwse trant), Gedichten en Luit en Fluit. Aan zijn keurig uitgegeven Maria-Almanak (18791888) werkten vooraanstaande Zuid- en Noord Nederlandse schrijvers mee.
DR R. F. LISSENS
Bibl.: Voorn. werken: Voor twee vaders (Brussel 1868, vert. in het Frans, Duits, Engels en Tsjechisch); De Kruiwagens (Herentals 1869); Het Lijdend Hart van Jezus, ons voorbeeld in het lijden (Brussel 1871); Sinte Dimphna’s Marteldood (Baarle-Hertog 1874); Dit sijn suverlike Liedekens (Tongerloo 1878); Gedichten (Brugge 1879); Luiten Fluit (Roeselare 1884); Sprokkelingen van verscheiden aard (Aalst 1902).
Lit.: R. Sterkens, S. D. en zijn letterk. werken (Herentals 1935); Brieven aan S. D., met toelichting door R.
Sterkens (Tongerloo 1935).
