(Grieks: rotting) of septicaemie is een ernstige ziektetoestand, gekenmerkt doordat er voortdurend of telkens opnieuw bacteriën uit een zgn. sepsishaard in de bloedbaan komen. De sepsishaard is een plaatselijk ontstekingsproces, dat in open verbinding staat met het bloed- of lymphvaatstelsel.
Deze haard kan zich ontwikkelen nabij de ingangspoort van de infectie, d.i. de plaats, waar de bacteriën het lichaam zijn binnengedrongen. Soms is de ingangspoort een huidwond, die helemaal niet groot behoeft te zijn, in andere gevallen bevindt zij zich in de keelholte (angina), in het middenoor, in de baarmoederwond (na bevalling of miskraam), in de urine-afvoerwegen of elders. Een voorbeeld van een sepsishaard nabij de ingangspoort is de etterige thrombophlebitis, die een enkele maal ontstaat in aansluiting aan een angina. De sepsishaard kan zich ook ontwikkelen op afstand van de ingangspoort. Soms bijv. nestelen de bacteriën zich op de hartkleppen, zodat hier een ontstekingshaard ontstaat, waaruit voortdurend bacteriën in het bloed komen (zie endocarditis).
De bacteriën, die sepsis veroorzaken, geven wel aanleiding tot een zekere mate van sensibilisatie, maar niet tot het ontstaan van immuniteit. Het vaakst wordt sepsis veroorzaakt door streptococcus haemolyticus; verder moeten vooral worden genoemd staphylococcus pyogenes, pneumococcus, meningococcus, B. Coli. Naar de aard der bacteriën spreekt men van streptococcensepsis, colisepsis enz. Naar de ontstaanswijze onderscheidt men postangineuze sepsis (na angina), puerperale sepsis (in het kraambed), otogene sepsis (na middenoorontsteking), lymphangitische sepsis (na lymphvatontsteking volgende op een huidwond) enz. Soms blijft de ontstaanswijze onduidelijk en is de ingangspoort noch de sepsishaard te vinden; dan spreekt men van cryptogenetische sepsis.
Sepsis is altijd een ernstige ziektetoestand. De patiënt is zeer ziek. De koorts is vaak intermitterend of sterk remitterend en gaat dan gepaard met koude rillingen en sterk zweten. Soms is de koorts continu of onregelmatig. De tong is droog en beslagen, de huid vertoont soms kleine bloedingen, soms zweren of puisten. Vaak ontstaan ontstekingen van gewrichten, long- en nierafwijkingen; de milt is steeds gezwollen.
Geelzucht (door leverbeschadiging en versterkte bloedafbraak) is een ongunstig teken evenals het ontstaan van shock. Een enkele maal verloopt sepsis binnen 1 of 2 etmalen dodelijk. Soms is de ziekteduur enkele weken of zelfs maanden. Een langdurige sepsis wordt nogal eens veroorzaakt door de streptococcus viridans: sepsis lenta. Meestal ontwikkelt de sepsishaard zich hierbij op het endocard (zie endocarditis). Vooral bij de staphylococcensepsis ontstaan vaak secundaire, metastatische etterhaarden; vroeger stelde men zich voor dat er in die gevallen niet alleen bacteriën, maar proppen etter in de bloedbaan kwamen; daarom sprak men van pyaemie.
Sepsis moet worden onderscheiden van bacteriaemie, d.i. het gedurende korte tijd voorkomen van bacteriën in het bloed. Dit is regel in een vroeg stadium van de buiktyphus; niet zelden komt bacteriaemie voor bij steenpuisten (vooral als deze op de lip zitten) en bij vele andere infecties. Na de extractie van een aantal tanden of kiezen kan men binnen enige minuten vaak de streptococcus viridans uit het bloed kweken. Dit gaat echter snel voorbij. Bij sepsis daarentegen zijn de bacteriën gedurende de hele ziekte steeds of bijna steeds uit het bloed te kweken.
Voor de behandeling is het opsporen en langs chirurgische weg uitschakelen van de sepsishaard van het grootste belang. Dit kan geschieden door het openen van een absces, door het afbinden van een vat of op andere wijze. De toediening van antibiotica of (en) chemotherapeutica, waar de betrokken bacteriën gevoelig voor zijn, is niet minder belangrijk. Bloedtransfusies hebben vaak een gunstige invloed. Verder komt het aan op een goede verpleging. Vooral dank zij de antibiotica is de prognose van sepsis thans veel beter dan vroeger.
DR H. J. VIERSMA