Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

SECRETIE (dierkunde)

betekenis & definitie

De verschillende stoffen die door het organisme worden uitgescheiden (bijv. in het spijsverteringskanaal, door de huid, de gifstoffen van slangen) ontstaan in speciale organen, klieren genaamd. Typisch voor een klier is, dat de daardoor afgescheiden werkzame stoffen door en in dit orgaan zelf worden gevormd.

De bouwstenen worden wel uit bloed of lichaamsvloeistof gehaald, maar in de klier tot nieuwe bijzondere stoffen verwerkt. (De nier is dus niet als een klier te beschouwen, daar zij grotendeels geen nieuwe stoffen produceert.) Voor de vorming der nieuwe stoffen in de klieren en hun afscheiding is chemische energie nodig, die geleverd wordt door de oxydatie van koolhydraat en gepaard gaat met verhoogd zuurstofverbruik.Men verdeelt de secretie in externe secretie, als de klier naar buiten afscheidt (dus ook naar het darmkanaal) en interne secretie, als de afscheiding naar het bloed geschiedt. De stoffen die door klieren met interne secretie worden gevormd heten hormonen. In het algemeen noemt men de door klieren afgescheiden stoffen secreten.

Van groot belang is de secretie bij de spijsvertering, omdat zij de daarvoor nodige enzymen levert.

De afscheiding kan worden opgewekt door reflexen (bijv. contact van voedsel met de mondwand prikkelt via het centrale zenuwstelsel de speekselklieren en maagklieren) of ook wel door hormonen, die onder invloed van de producten der vertering zelf uit de darm wand worden vrijgemaakt. Bij hogere dieren kan door voorwaardelijke reflexen (Pavlov) ook op het zien en ruiken van voedsel afscheiding van speeksel en maagsap plaatsvinden (psychische secretie). Zelfs kan men door combineren van het zien, ruiken of proeven van voedsel met bepaalde prikkels (als een belsignaal, knijpen in de poot e.d.) de dieren er toe brengen speeksel of maagsap af te scheiden op deze prikkels, ook als geen voedsel in de buurt is. Kan men er een diersoort wèl toe brengen op het zien af te scheiden maar niet op horen of reuk, dan pleit dit voor een slecht gehoor of slechte reuk.

De secretie kan zijn chaotisch, als alle cellen ener klier in eigen rhythme werken, of rhythmisch als zij in gelijk tempo werken. Soms is de secretie gedurende de honger chaotisch en wordt zij na voedselopneming rhythmisch.

PROF. DR H. J. VONK

Lit.: I. P. Pavlov, The Work of the Digestive Glands; B. Babkin, Secretory Mechanisms of the Digestive Glands; H. J. Jordan en G.

C. Hirsch, G. C., Hndb. d. norm. u. path. Physiol., dl III, pag. 1 (1929); Lovatt Evans/Starling, Princ. of Human Physiology (1952), hfdst. 44 en 48, 50 en 53.

< >