of Klonowicz, gelatiniseerd Acerbus, Pools dichter (Skalmierzyce, bij Kalisz, 1545- Lublin 29 Aug. 1602), maakte in zijn aangenomen vaderland, Lublin, een typisch burgerlijke carrière van wethouder en burgemeester (1594); bevriend met de hetmankanselier Zamoyski, had hij een vrij belangrijk aandeel in de oprichting van de Academie (hogeschool) te Zamosc.
Belangrijk is Klonowic, omdat hij in zijn tijd tn in zijn land zo scherp en zo krachtig het bewustzijn van de burgerklasse, met haar deugden en vooroordelen, verdedigde. De adel beoordeelde hij streng. Cultureel verbond hij de literaire eruditie van het humanisme met de didactische, satirische en realistische geest van de Middeleeuwen.
Zijn uitgebreid werk omvat grote Latijnse en Poolse gedichten, Roxolania (1584), een beschrijving van de Oekraïne, Victoria Deorum (1587) en Worek Judaszow (De beurs van Judas, 1600), brede panorama’s van zijn sociale en morele opvattingen, en vooral Flis (De Schipper, 1595), waarin hij op originele wijze het leven voorstelt op de grote boten, die het koren naar Dantzig vervoerden en waarin hij de oevers en de steden langs de Weichsel, gedurende de reis, beschrijft.
Men neemt thans niet meer aan dat hij de schrijver zou zijn van het beruchte en schitterende schotschrift tegen de Jezuïeten, Equitis poloni in Jesuitas actio prima. Volgens Barycz (1934) zou de auteur een hoogleraar aan de universiteit te Krakau, Maciej Dobrocieski, zijn.
Bibl.: Werken in het Pools: Pisma poetyczne polskie, reeks Turowski (Krakau 1858).