Duits schilder en schrijver, zoon van (Johann) Gottfried (Berlijn 6 Sept. 1788 - Düsseldorf 19 Mrt 1863), ging in 1811 naar Rome en sloot zich (1813) bij de Lukasbrüderschaft aan (zie Nazareners); in 1814 werd hij onder invloed van J. F.
Overbeck R.K. en had deel aan de beschildering van de Casa Bartholdy te Rome. Sedert 1819 was hij professor aan de academie te Berlijn en in 1826 als opvolger van P. v. Cornelius directeur van de academie te Düsseldorf. Hij was de eigenlijke stichter van de „Düsseldorfer Malerschule” en schilderde hoofdzakelijk werken met religieuze inhoud.Bibl.: Meine Gedanken üb. eine folgerichtige Ausb. d. Malers (1828); Über den Einfl. d. Christentums auf d. bild. Kunst (Düsseldorf 1842); Der moderne Vasari, Erinnerungen aus dem Künstlerleben (1854).
Lit.: F. Schaarschmidt, Zur Gesch. d. Düsseldorfer Kunst (1902); J. Hübner, S. u. s. Schule (Bonn 1869).
