Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

SAYERS, dorothy leigh

betekenis & definitie

Engels schrijfster (Oxford 1893), was een der eerste vrouwen die een graad behaalde in Oxford (1915), waar zij middeleeuwse literatuur studeerde. Zij verwierf een wereldnaam met haar detectiveromans, die uitmunten door een zorgvuldig opgebouwd „plot”, uitstekend Engels, en een plezierige humor.

Haar vroegste verhalen zijn als detectiveromans stellig de beste; haar laatste dwalen enigermate van het orthodoxe genre af. Busman’s Honeymoon (1937) bijv. is reeds meer met de psychologische en religieuze problemen van schuld en straf bezig dan in het algemeen deze romans plegen te doen.Korte tijd voor Wereldoorlog II is zij zich gaan toeleggen op het schrijven van toneelstukken over bijbelse onderwerpen en essays over godsdienstige thema’s. Zij leverde voorts een der eerste studies tot de ontwikkelingsgeschiedenis van het detectiveverhaal in de bloemlezing Great Stories of Detection, Mystery and Horror (1928). In 1926 trouwde zij met kapitein Atherton Fleming, die in 1950 stierf.

Bibl. (voorn. werken): Whose Body (1923); Clouds of Witness (1926); Unnatural Death (1927); Detection, Mystery and Horror (1928); The Unpleasantness at the Bellona Club (1928); The Documents in the Case (1930); The Five Red Herrings (1934); Have His Carcase (1932); Hangman’s Holiday (1933); Murder Must Advertise (1933); The Nine Tailors (1934); Gaudy-Night (1935); Busman’s Honeymoon (1937); In the Teeth of the Evidence (1939); He That Should Come (1939, drama); The Mind of the Maker (1942); Unpopular Opinions (1946); Creed or Chaos? and other Essays in Popular Theology (1947); Four Sacred Plays (1948); Emperor Constantine: a Chronicle (1951).

Lit.: H. D. Thomson, Masters of Mystery (London 1931).

< >