(1523 - Lissabon Mei 1583), was een zeer bekend en talentvol Spaans officier, die als kapitein der lijfwacht van den hertog van Alva in 1567 naar de Nederlanden kwam. Hij volvoerde de last om de graven van Egmond en Hoorne in hechtenis te nemen.
Bij de Maas vocht hij tegen den heer van Villiers, die in plaats van den door ziekte verhinderden graaf van Hoogstraten Roermond wilde verrassen, maar bij Daelhem verslagen en gevangen genomen werd (25 Apr. 1568). In 1572-1574 streed hij in Zeeland, pogend Middelburg van het beleg door de Geuzen te ontzetten. Bij een inval van Lodewijk van Nassau in Limburg belette hij dezen de overgang over de Maas bij Maastricht, wist hem steeds vóór te blijven bij hun tocht langs haar beide oevers en stak de stroom over bij Mook, waar hij Lodewijk de pas afsneed en diens troepen geheel versloeg (14 Apr. 1574). Op 4 Nov. 1576 veroverde hij Antwerpen van de citadel uit, maar kon niet verhinderen, dat zijn muitende soldaten de stad plunderden (Spaanse Furie). Met deze troepen vertrok hij na het Eeuwig Edict (1577), maar keerde na de verrassing van Namen nog in hetzelfde jaar terug. Kort daarop vertrok hij voorgoed en streed nog met Alva in Portugal (1580-1583) als diens „maestro di campo”.
Door de verovering van Oporto (24 Oct. 1580) voltooide hij de onderwerping van Portugal aan Philips II. Hij overleed aan wondkoorts te Lissabon.Lit.: Navarete, Documentos relativos à S. de Avila, Colección de documentos inéditos, XXX en XXXI (Madrid 1857-’58); Brantôme, Les vies des hommes illustres et des grands capitaines.
