Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

SÂMAVEDA

betekenis & definitie

„De Veda van de melodieën”, is de naam van de derde der vier Vedische samhitâ’s. Sâman betekent een naar muziek gecadenseerd vers en de Sâmaveda is dus een louter technisch-practische verzameling en vormt het tekstboek van de udgâtar, de priester-zanger, die bij het Vedische offer de begeleidende zangen uitvoert.

Op zichzelf heeft deze samhitâ, die in de Kauthuma-recensie uit drie delen bestaat (Pûrvârcika, eerste verzameling; Uttarârcika, tweede verzameling en Âranyakâ, woudverzameling), geen literaire waarde, want de strofen komen voor het grootste deel voor in de Rgveda (zeer veel in verband met het Soma-offer). De melodieën zelf vindt men pas in de zogen, gâna’s, gezangboeken, van latere tijd. Tot de Sâmaveda-samhitâ behoren verder o.a. de Chândogya-brāhmana (ed. H. Störmer, Halle, 1901 en H. Jörgensen, Kiel 1911) en de Chândogya-upanisad (ed.

Böhtlingk, Leipzig 1889; Franse vert. van E. Sénart, Paris 1930).Uitg.: De Sâmaveda werd uitgeg. en vert. d. Stevenson (London 1842); Th. Benfey (Leipzig 1848); W. Caland (1907); Bh. Bhattacharya Vidybhushan (Calcutta 1936).

< >