Westduits grafelijk en vorstelijk Huis, sedert 1163 in twee lijnen verdeeld, nl. Ober- en Nieder-Salm. De eerste, met bezittingen in Westfalen, verdeelde zich in 3 lijnen.
1. de lijn Salm-Salm, 1793 rijksvorstelijk. Hiertoe behoort prins Felix von Salm-Salm (25 Dec. 1828 - 18 Aug. 1870), die eerst in de Pruisische en daarna in de Oostenrijkse gelederen diende en vervolgens naar Amerika vertrok, waar hij eerst als kolonel en vervolgens als generaal voor de Unie streed. In 1866 trad hij als generaal, vleugeladjudant en chef van het keizerlijk Huis in dienst van keizer Maximiliaan van Mexico, die hij in 1867 naar Queretaro vergezelde en tot aan zijn dood ter zijde stond. Daarna trad hij in dienst van Pruisen en sneuvelde bij St Privat.
Hij schreef Queretaro, Blätter aus meinem Tagebuch (2 dln, 1868). Ook zijn echtgenote, die hem op al zijn veldtochten vergezelde, heeft merkwaardige gedenkschriften uitgegeven onder de titel Zehn Jahre aus meinem Leben, 1862-1872 (3 dln, 1875).
De twee andere lijnen zijn Salm-Kyrburg en Salm-Horstmar. Salm-Kyrburg werd in 1742 rijksvorstelijk; zij stierf uit met vorst Lodewijk (2 Jan. 1705); Salm-Horstmar was rijksvorstelijk sedert 1816.
Van het Huis Neder-Salm bestaat alleen nog de lijn Salm-Reifferscheidt, die verdeeld is in Salm-Reifferscheidt-Krautheim (woonachtig aan de Bodensee en vorstelijk sedert 1805), Salm-Reifferscheidt-Hainspach (grafelijk sedert 1455, in Bohemen gevestigd), Salm-Reifferscheidt-Raitz (gevestigd in Bohemen en Moravië, vorstelijk sedert 1790).