Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

SAINT-QUENTIN

betekenis & definitie

Franse stad in het dep. Aisne, aan het Kanaal van Saint-Quentin, op de rechteroever der Somme en aan de spoorlijn Parijs-Mons, met (1946) 4555 inw., is zetel van een handelsrechtbank, een Kamer van Landbouw en een van Koophandel en een beurs.

Het bezit een stadhuis in flamboyant Gothische stijl, voltooid in 1509, een hoofdkerk uit de 13de-15de eeuw en het museum Lécuyer. St-Quentin kreeg in 1080 stadsrecht en werd al vrij spoedig een centrum van de wollen stoffenindustrie; zij werd van de 16de-18de eeuw door de linnenindustrie verdrongen. In de 18de eeuw vestigde er zich de katoenweverij, die thans vooral fijne stoffen (piqué, zéphyr, enz.) levert, waarnaast een omvangrijke confectienijverheid is ontstaan. Ook is er kunstzijde-industrie en metaalbewerking.Geschiedenis.

Saint-Quentin heette in de Romeinse tijd Augusta Viromanauorum en kreeg in de Christelijke tijd zijn naam van de martelaar Quintinus. In de Middeleeuwen was het hoofdstad van het graafschap Vermandois. In 1213 verviel het aan de Franse kroon. Er zijn drie slagen bij Saint-Quentin geweest. In de eerste (10 Aug. 1557) overwonnen de Spanjaarden en Nederlanders onder Philibert van Savoye en Lamoraal van Egmond de Fransen onder de Connétable de Montmorency. In de tweede (19 Jan. 1871) overwonnen de Duitsers onder von Goeben de Fransen onder Faidherbe.

Ook de derde slag bij Saint-Quentin (29 en 30 Aug. 1914) verliep ongelukkig voor de Fransen. Een aanval van hun 5de leger onder generaal Lanrezac op het tweede Duitse leger onder von Bülow gelukte op de eerste dag betrekkelijk goed en gaf de terugtrekkende Engelsen enig respijt. Maar in verband met de algemene terugtrekkende beweging der Entente-legers moest Lanrezac op de tweede dag ook rechtsomkeert maken. Door de volgende, zware, heen en weer golvende bewegingen in het westelijk front werd Saint-Quentin gedurende Wereldoorlog I bijna geheel verwoest, maar daarna herbouwd.

Lit.: Lecocq, Histoire de la ville de Saint-Q. (1875); Von Koss, Die Schlachten von Saint Q. und Gravelingen (1914); Rierl, Studien über die Schlacht von Saint-Q. (2 dln, 1929); R. Dreiling, Gesch. d. Basilika von St. Q. (1917).

< >