Japans militair (1827-1877), toonde van zijn jeugd af grote belangstelling voor militaire aangelegenheden en verkreeg spoedig een hoge rang in het leger van zijn daimyô. Hij nam een zeer belangrijk aandeel in de oorlog van de Restauratie en werd in 1874 tot maarschalk benoemd.
Verschil van mening met de regering over het vraagstuk van interventie in Korea deed hem besluiten zich terug te trekken naar Kagosjima, waar hij zich grote invloed verwierf onder de jeugd van Satsoema en Osoemi. De regering, het gevaar inziende, spande zich tevergeefs in om Takamori te doen terugkomen naar Tôkyô. Na een driejarige voorbereiding van de opstandige beweging marcheerde Takamori naar het N. op aan het hoofd van een leger van 15.000 man, bezette Kagosjima, versloeg het leger van Koemamoto en bezette de stad. Het gouvernement verklaarde hem vervallen van zijn rechten en waardigheden, en zond een leger tegen hem uit. Na verschillende gevechten te hebben geleverd moest hij wijken voor de overmacht en viel op Kagosjima terug. De laatste veldslag had plaats op 24 Sept. 1877 te Sjiroyama.
Door een kogel in de dij getroffen viel Takamori waarna een van zijn getrouwen hem onthoofdde. In 1899 werd voor „de grote Saigô” een standbeeld opgericht aan de ingang van het Ueno-park te Tôkyô. In 1902 verwierf zijn zoon de titel van markies.