Duits plantenfysioloog (Breslau 2 Oct. 1832 - Würzburg 29 Mei 1897), werd in 1861 hoogleraar in de plantkunde aan de landbouwschool te Poppelsdorf bij Bonn, in 1867 aan de universiteit te Freiburg en in 1868 te Würzburg. Hij bestudeerde vooral de inwerking van licht en warmte op de levensprocessen van de plant, de stofwisseling, het kiemen, de groei en de beweging van de geassimileerde stoffen in de plant.
Bibl.: Handbuch der Experimentalphysiologie der Pflanzen (1866); Lehrbuch der Botanik (4de dr., 1874); Grundzüge der Pflanzenphysiologie (1873); Geschichte der Botanik vom 16. Jahrhundert bis 1860 (1875); Gesammelte Abhandlungen über Pflanzenphysiologie (2 dln, 1892-1893); uitgave van Arbeiten des Botanischen Instituts in Würzburg (sedert 1873); Physiologische Notizen (1898).
Lit.: Goebel, J. S. (1897); Hauptfleisch, Gedächtnisrede (1897) met bibl.