Duits musicoloog (Berlijn 29 Juni 1881), studeerde compositie, piano, klarinet en muziekgeschiedenis, later musicologie bij Kretzschmar en Wolf. Hij doceerde dit vak aan de universiteit, de Hochschule en de Academie voor kerk- en schoolmuziek te Berlijn, waar hij tevens conservator was aan de Staatsinstrumentenverzameling.
In 1934 week hij uit naar Parijs, waar hij aan de Sorbonne doceerde en leider werd van de historische gramofoonplatenserie Anthologie Sonore. Sinds 1938 is hij verbonden aan de Universiteit van New York.Bibl.: Reallexicon der Musikinstrumente (Berlin 1914); Handbuch der Musikinstrumentenkunde (Berlin 1920); Musikgeschichte der Stadt Berlin bis zum Jahre 1800 (Berlin 1908); A World History of the Dance (New York 1939) en vele studies over muziekinstrumenten, operanotatie enz. Van de meeste Duitse werken verschenen tussen 1934 en 1939 te Parijs en daarna te New York Franse en Engelse versies.
