Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

RUMPHIUS, georg everhard

betekenis & definitie

Duits bioloog (Münzenberg (?) 1627 of 1628 - Hitoe, op Ambon, 15 Juni 1702), kwam in Indische krijgsdienst en daarna bij het binnenlands bestuur op Ambon. Hij legde zich daar toe op het beschrijven van de planten- en dierenwereld en van de geschiedenis van het eiland.

Hij werd in 1670 blind, doch bleef, met hulp vooral van zijn zoon Paulus Augustus, zijn wetenschappelijk werk verzorgen. Zijn werken werden na zijn dood door de zorgen van de Oost-Indische Compagnie uitgegeven. Deze zijn van zeer groot belang geweest voor de gehele ontwikkeling der natuurlijke historie.Bibl.: Het Amboinsche Kruidboek (6 dln, 1741-1750 met dl 7 Auctuarium, 1755; nieuwe titeluitgave, 1750); D’Amboinsche Rariteitkamer (1705); Ambonsche Historie (manuscript in 6 bibliotheken, o.a. de Kon. Bibl. en Rijksarchief te Den Haag).

Lit.: Rumphius Gedenkboek (1902); G. Ballintijn, Rumphius, de blinde ziener van Ambon (1944); Rumphius Commemorative Volume (Gresshoff-Rumphius-fonds 1952).

< >