wordt, sinds de Amerikaan Hoe in 1881 de complete rotatiepers construeerde, in elke druktechniek toegepast. Bij diepdruk en drukken is op deze techniek gewezen.
Bij de boekdruk moest men van de vlakke drukvorm overgaan op de cylinder, welke overgang mogelijk werd door de toepassing van de (rond) stereotypie. De rotatiediepdruk vroeg eveneens om een cylindervormige drukvorm, die gemakkelijk te vinden was in de geëtste cylinder. De offsetdruk is gebaseerd op de rotatieve drukvorm (plaatcylinder) en hierbij was dus nog het papier-zonder-eind toe te passen. De rotatiepers is dienstbaar gemaakt aan de vervaardiging van dagblad en tijdschrift, waarbij in korte tijd een grote oplage verwerkt kan worden. Zowel op de hoogdrukrotatiepers als op de rasterdiepdrukrotatie is het mogelijk direct achter elkaar de schoon- en weerdruk te maken en één of meer kleuren in te drukken. De diepdrukrotatie leent zich buitengewoon voor het tijdschrift met kleurendruk.Daarbij vindt eerst de tekstdruk in zwart (schoon- en weerdruk) plaats, waarna de driekleurendruk (geel, blauw, rood) wordt aangebracht (schoondruk). Het papier wordt als een lint door de machine gevoerd, de banen komen op elkaar en komen in het snij- en vouwapparaat. Ten slotte komen de bladen gevouwen en geteld uit de machine. De dagbladen zijn dan verzendklaar, de tijdschriften ondergaan nog de nabewerking van het hechten (met hechtdraad) en aan driekanten schoonsnijden (op de driesnijder). Naast tijdschriftendruk maakt men ook reclamedrukwerk (bijv. prijscouranten, circulaires, folders) en boekwerk op de rotatiepers. Eveneens zijn er persen gebouwd voor omslagen in kleurendiepdruk, soms een pers voor combinatie hoog- en diepdruk. Tramkaartjes, kassablocs e.d. worden op speciale machines volgens het rotatieve systeem vervaardigd.
M. H. GROENENDAAL JR