(ook Romerswael of Reymerswael), schilder uit Zeeland (1ste helft van de 16de eeuw), stond in 1509 te Antwerpen ingeschreven als Morijn Claessone, Zeelander, leerjongen van de glasschilder Simon van Dale. In het gilde te Antwerpen komt zijn naam niet voor, blijkbaar heeft hij daar dus niet gewoond.
In 1567 wordt hij te Middelburg vermeld. Hij behandelde slechts een beperkt thema in talrijke variaties: de H. Hiëronymus als ascetisch geleerde in zijn vertrek, waarvan een tiental exemplaren bewaard zijn gebleven, die tussen 1538 en 1548 gedateerd zijn; geldwisselaars, waarvan drie exemplaren alleen reeds in 1538 geschilderd zijn, en belastingpachters in talrijke voorbeelden. De stillevens, die hij op deze schilderijen uitbeeldde, zijn streng en strak van tekening. Hij heeft een merkwaardig coloriet, waarin felrood domineert. Soms werkte hij in de geest van Quinten Matsys.
Oude copieën naar zijn werken komen bij herhaling voor. Een enkele maal schilderde hij een Madonna met Kind in wat boerse trant.DR D. HANNEMA
Lit.: M. J. Friedlander, Die Altnied. Malerei, dl XII (Berlin 1935); G. J. Hoogewerff, De N.-Ned. Sch.kunst dl IV (1941-1942).
