Vlaams schrijver (Roeselare 27 Oct. 1856 - 23 Juni 1880), studeerde aan het Klein Seminarie te Roeselare en onderging er de invloed van G. H.
Flamen en vooral van Hugo Verriest, twee leraren die trouw in de geest van Gezelle, voorheen leraar in dezelfde instelling, werkten. Hij was er, sedert 1875, de ziel van de „Blauwvoeterie”, een oproerige Vlaamsgezinde beweging onder de studenten, die hij door middel van romantische strijdliederen en toneelopvoeringen aanwakkerde. In Oct. 1876 ging hij te Leuven in de rechten studeren. Hij stichtte met P. de Mont, Am. Joos e.a. de Algemene Studentenbond (1877, orgaan Het Pennoen), waarvan hij de hoofdman werd. Na zijn onenigheid met P. de Mont richtte hij zijn eigen tijdschrift, Het Nieuw Pennoen (1880), op.
Hij overleed kort daarna, nog geen 24 jaar oud. Veelzijdig en buitengewoon begaafd dichter, toneelschrijver, acteur, tekenaar, organisator, redenaar, strijdersnatuur — wist hij als geboren leider, idee en daad harmonisch te verenigingen. Hij staat bekend als de „ideale jongeling”.Het literair patrimonium heeft hij blijvend verrijkt met krachtige strijdliederen (Doedele bommele, Psalm, Zij loechen), voldragen gedachtenlyriek (Abyssus abyssum invocat, Geschiedenisse), monumentale epiek (Der Walkuren rid, Koning Freyer, Sneyssens) en een nationaal drama van liefde en trouw, Gudrun. Rodenbach’s œuvre dat technisch zwakke zijden vertoont, doch opmerkelijke gaven van zegging en uitbeelding bezit, boeit door het streven naar harmonie tussen hartstochtelijkheid en intellect in een ideaal van tuchtvolle grootmenselijkheid.
DR R. F. LISSENS
Bibl.: Eerste Gedichten (Roeselare 1878); Tooneelspelen voor Vlaamsche gilden (daarin: De ondergang der Kerels, De Brugsche Metten) (Brugge 1879); Gudrun (Gent 1882). De verzamelde gedichten onder de titel: Gedichten, 2 dln, ed. Ferd. Rodenbach (Tielt 1930). De briefwisseling onder de titel: Brieven van A. R., ed.
R. F. Lissens (Antwerpen 1942).
Lit.: H. Verriest, in: Twintig Vlaamsche Koppen, I (Roeselare 1901); L. van Puyvelde, A. R. (Amsterdam 1908); Ferd. Rodenbach, A. R. en de Blauwvoeterij, 2 dln (Amsterdam 1909); L. Oorda (C.
Verschaeve), De dichter A. R. (Brugge 1909); J. Vermeulen, A. R. de wonderknape van Vlaenderen (Leuven 1930).