Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

Robert HENNEBO

betekenis & definitie

Nederlands letterkundige (Leiden 1692 - Amsterdam 29 Juni 1737), stamde uit een gezeten Doopsgezinde lakenredersfamilie, zette in 1712 te ’s-Gravenhage een bierhuis op, verhuisde na zijn vrij aanzienlijk vaderlijk vermogen te hebben verkwist naar Amsterdam (ca 1715), waar hij kastelein werd, daarna toneelspeler.. Later werd hij beunhaas in vaste goederen, ten slotte makelaar (1728).

Door de actiehandel* kwam hij uiteindelijk wederom tot welstand. Van zijn burleske gedichten is het meest bekend: De lof der jeneever, verschenen in Jan van Gijsen’s Amsterdamsche Mercurius (1718), afzonderlijk herdrukt door H. Tollens?, 1805, daarna Bilthoven 1939 (in werkelijkheid clandestien uitgegeven 1944).Bibl.: Klagte van den Heere Jac. Veenhuize over het rampzalig afsterven van zijn goudvink, canaryvogel, hond Juffer en paard Princes genaamt (Amst. 1716), herdr. met De lof der jeneever, als: Rouwklachten enz. (Amst. 1723, laatste dr. 1764); Verzamelde dichtwerken. Opnieuw nagezien (‘s Hage, P. van Os ca 1766); Proces crimineel gehouden voor de Hove van Cyprus tussen Hymen... als eisscher enz. (’s-Gravenhage 1726). Vert.: Lesage, Het leven van Gil Bias van Samillane (Amsterdam 1716, later herdr.); G. J. Brugière de Barante, De uytvaard van meester Andries.

Blyspel (Amsterdam 1720); Ch. Walker, Authenticque memorien van het leven der beruchte Sally Salisbury (Amsterdam 1723) ; Wonderlijke geschiedenisse van Ariovistus (Amsterdam 1724) .

Lit.: De schim van Rob. Hennebo aan den oordeelkundigen verzamelaar van zijn dichtwerken (1767); Brieven van den Amsterdamschen makelaar Rob. Hennebo, uitg. d. L. v. Nierop, in het Econ.-hist. Jaarboek XVII (1931).

< >