Engels filosoof en bisschop (Suffolk 1175?-Buckden b. Huntingdon 9 Oct. 1253), een der grootste denkers en geleerden van zijn tijd, studeerde te Oxford en misschien te Parijs.
Te Oxford werd hij weldra de meest befaamde docent der universiteit, waarvan hij later kanselier was. Hoewel zelf seculier geestelijke, gaf hij zijn colleges in het studieklooster der Minderbroeders. Tegenover het door de Dominicanen (vooral aan de universiteit van Parijs) gepropageerde Christelijke aristotelisme stelden hij en zijn Franciscaanse leerlingen, van wie Roger Bacon* de beroemdste is, de platonische traditie van St Augustinus, waarmee een renaissance van de studie der natuurwetenschappen gepaard ging. Ook trachtte hij de studie van het Grieks en Hebreeuws en de kennis der Griekse Kerkvaders in het Westen te bevorderen. In Febr. 1235 werd hij gekozen tot bisschop van Lincoln. Als zodanig ijverde hij voor de zuivering van het kerkelijk leven, voor de hervorming der kloosters, voor een goede zielzorg en voor de vrijheid van de Kerk ten opzichte van de wereldlijke macht.
Zijn beginselvastheid wikkelde hem in vele geschillen met zijn clerus, met de koninklijke regering en ook met de paus, wiens machtsvolkomenheid hij erkende, maar tegen sommige van wiens maatregelen (zoals het verlenen van Engelse beneficiën aan vreemdelingen) hij niettemin in het belang der Kerk protesteerde. Vermaard is de onverbloemde preek die hij in tegenwoordigheid van paus Innocentius IV op 13 Mei 1250 te Lyon hield over de misbruiken van het pauselijke hof als de bron van het kwaad in de Kerk. De echtheid van de nog bekender brief (ed. Luard, nr 128) van 1253, waarin hij een pauselijk bevel weigert te gehoorzamen, wordt evenwel betwijfeld. Hij stond in vriendschappelijke betrekking tot Simon de Montfort, wiens hervormingsdenkbeelden wellicht door hem zijn beïnvloed. Grosseteste heeft een omvangrijk oeuvre nagelaten: theologische, filosofische, mathematische en natuurwetenschappelijke verhandelingen (waarschijnlijk heeft hij met lenzen geëxperimenteerd), vertalingen uit het Grieks in het Latijn en uit het Frans in het Engels, allegorieën in Normandisch Frans en een aantal brieven. Wel is waar zijn reeds vroeg geschriften ten onrechte op zijn naam geplaatst.Bibl.: Roberti Gr. episcopi Lincolniensis epistolae, ed. H. R. Luard (Rolls Series, 1861); Die philosophischen Werke des R. Gr., Bisschofs von Lincoln, ed. L.
Baur (1912); Rotuli Roberti Gr. episcopi Lincolniensis, 1235-1253, ed. F. N. Davis (Canterbury and York Soc., 1913, bisschoppelijke registers).
Lit.: H. R. Luard, in ui tg. d. Epistolae (1861) en art. in Dict.of Nat. Biogr. XXIII (1890), p. 275-278; G.
G. Perry, The life and times of R. Gr. (1871); J. Feiten, R. Gr.: ein Beitrag zur Kirchen- und Cultuurgesch. (1887); F. S.
Stevenson, R. Gr. (1899); E. Franceschini, Roberto Grossetesta, vescovo di Lincoln, e le sue traduzioni latini (1933); S. Harrison Thomson, The writings of of R. Gr., bishop of Lincoln, 1235-1253 (1940, volledige bibl.).; J.G. Russell, in Haward Theol. Rev. dl 43 (Jan. 1950).