Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Suffolk

betekenis & definitie

Engels graafschap aan de Noordzee, werd in 1888 verdeeld in de graafschappen East Suffolk (2255 km2 met, in 1951, 321 850 inw.) en West Suffolk (1582 km2 met 120 590 inw.). De golvende, zandige bodem gaat bij de kust in zeekleigronden over.

Rivieren zijn de Stour (op de grenzen van Essex), de Orwell, de Waveney (op de grenzen van Norfolk) en de Ouse met de Lark. Van de bodem is 55 pct bouwland, en 27 pct weiland. Landbouw is hoofdbestaansmiddel. Men heeft er een ras van ongehoornde koeien, die veel melk geven; het Suffolkschaap levert een korte maar zeer fijne wol. Verder houdt men zich bezig met tuinbouw, fruitteelt en visserij. De hoofdstad is Ipswich, thans alleen van East Suffolk; hoofdstad van West Suffolk is Bury Saint Edmund’s.

< >