Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

RIDDERBOS, jan

betekenis & definitie

Ned. geref. Godgeleerde (Bedum 24 Nov. 1879), studeerde aan de Vrije Universiteit en promoveerde in 1907 op De theologie van Jonathan Edwards. Na sinds 1905 predikant te zijn geweest te Oosterend (Fr.), Meppel en Bussum, werd hij in 1913 hoogleraar aan de Theol.

Hogeschool te Kampen, waar hij de exegese en de canoniek van het Oude Testament doceerde tot zijn emeritaat in 1950. Hij behoort tot de stichters van de reeks Korte Verklaring der Heilige Schrift.Bibl.: o.a. Korte Verklaring enz.: Jesaja I en II, De Kleine Profeten; Geref. Schriftbeschouwing en organische opvatting (1926); Het Godswoord der profeten, 4 dln (1930-1938).

< >