of Bogherman, Nederlands rechtsgeleerde, werd te Dokkum geboren. Hij was van 1498 tot 1514 secretaris en organist van Kampen en in 1531 en 1536 syndicus en secretaris van de stad Groningen.
Karel V raadpleegde hem over belangrijke aangelegenheden en zond hem in 1537 als gezant naar Lüneburg. In 1540 werd hij opnieuw secretaris van Kampen, waar hij het archief in orde bracht en een repertorium heeft aangelegd van de privileges en rechtsboeken van Kampen, i Juli 1553 is hem wegens een conflict met de Raad der stad ongevraagd ontslag verleend. Zijn voornaamste werk De annalibus quaedam nota, behandelende de geschiedenis van Kampen van 1503-1512 en van 1542-1547, is uitgegeven door de Ver. tot beoef. van Overijsselsch regt en geschiedenis (Deventer 1862). Een ander werk van hem, Over den oorsprong der Friezen, hunne voornamen en eenige Friesche spreekwoorden, is niet uitgegeven.Lit.: E. Wassenbergh, Taalk. Bijdr. tot denFrieschentongval, Ilde stuk (1806); J. Nanninga Uitterdijk in V. en M. Overijss. Regt en Geschiedenis, X (1876), blz. 1-17; ld. in Bijdragen tot de Geschiedenis van Overijssel, VIII (1886), blz. 298-304; T.
J. de Boer in „De Vrije Fries”, dl 19 (1900), blz. 207; G. A. Wumkes in „Bodders” (1926), blz. 124.