Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

REDEMPTORISTEN

betekenis & definitie

noemt men de leden van de Congregatio Sanctissimi Redemptoris: Congregatie van de Allerheiligste Verlosser, afgekort C.ss.R., welke tot doel heeft behalve zelfheiliging door Jezus’ navolging de bevordering van het zieleheil der naasten, in het bijzonder uit de lagere klassen, door volksmissies en andere geestelijke oefeningen. De congregatie werd in 1732 te Scala bij Napels gesticht door de H.

Alfonsus* de Liguori en in 1749 door Benedictus XV goedgekeurd. Telde zij bij Alfonsus’ dood slechts elf huizen met nog geen 200 leden, thans is zij werkzaam in de meeste landen van Europa en daarbuiten, vooral in Noord- en Zuid-Amerika. Grote verdiensten heeft zij ook door haar geestelijke verzorging der melaatsen, waaraan de namen van mgr Wulfingh en Petrus Donders* onafscheidelijk verbonden zijn.De congregatie omvat tegenwoordig ruim 7000 leden, verdeeld in paters en broeders, van wie er in de Nederlandse provincie, opgericht in 1855, ruim 500 en in de Belgische provincie, daterend van 1841, meer dan 600 werkzaam zijn. Aan het hoofd staat een sinds 1855 in Rome residerende generaal, die in de verschillende provincies bijgestaan wordt door provincialen. Nederland bezit 7 huizen o.a. het studiehuis te Wittem, het noviciaat in Den Bosch en het klein-seminarie te Nijmegen, bekend onder de naam „Nebo”, dat in 1952 het jus promovendi kreeg, benevens 6 huizen voor gesloten retraites. In België zijn de leden verdeeld over 14 huizen o.a. een Waals studiehuis te Beauplateau en een Vlaams te Leuven. Een retraitehuis is gevestigd te Roeselare.

H. J. J. WACHTERS

Lit.: U. van Eygen, De R., hun leven, hun werken in België en in den vreemde (Brugge 1912); J. Kronenburg, De R., wat zij zijn, wat ze doen (Maastricht 1929); M. Mulders, Overzicht van de ontwikkeling der Congr. v. d. Allerh. Verlosser (Tilburg 1949); M. De Meulemeester, Hist. sommaire de la Congr. du T.

S. Rédempteur (Louvain 1950). Bibliografie: M. de Meulemeester, E. Collet en C. Henze, Bibliographie générale des écrivains rédemptoristes, 3 dln (La Haye 1933-39).

< >