Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

RANGREGELING

betekenis & definitie

noemt men een door of onder toezicht van de rechter opgemaakte rangschikking, volgens welke een bepaald bedrag (meestal de opbrengst van gerechtelijk verkocht goed) onder de rechthebbenden moet worden verdeeld. Sommigen van hen toch hebben rechten boven anderen.

Zulk een rangregeling komt bijv. te pas, wanneer een schuldeiser een roerend goed van zijn schuldenaar uitwint. Andere schuldeisers kunnen dan verlangen in de opbrengst te delen; zij moeten dan voor de verkoop verzet doen tegen de afgifte der kooppenningen (art. 457 W.v.B.Rv.). Na de verkoop geeft de wet de schuldeisers de gelegenheid om met elkander en met de schuldenaar een schikking te treffen omtrent de verdeling. Slagen zij daarin niet, dan kan ieder belanghebbende zich tot de voorzitter der arrondissementsrechtbank wenden met een verzoek om rangregeling. Er wordt dan een rechter-commissaris benoemd, die na onderzoek der overgelegde stukken de rangregeling opmaakt en tegen wiens beslissing men bij de rechtbank in verzet kan komen. Ook t.a.v. de uitwinning (z executie) van onroerend goed en van schepen bestaat iets dergelijks.

Voor de rangregeling van de schuldeisers in een faillissement z faillissement. Na de storting van het bedrag van een beperkte aansprakelijkheid volgt ook rangregeling (z reder).Ook buiten het geval van executoriale verkoop is soms sprake van rangregeling; zo kan bijv. bij vrijwillige verkoop van een met hypotheken bezwaard goed een rangregeling nodig zijn ten einde te komen tot zuivering van het goed van die hypotheken, die de koopprijs te boven gaan.

Lit.: W. v. Rossem, Het Ned. wetb. van burg. rechtsvord., II, 3de dr. (1934, bew. door R. P. Cleveringa), blz. 108-120, 180-193, 205; A. S. van Nierop, Hypotheekrecht, 2de dr., blz. 312-349; C. W.

Star Busmann, Hoofdstukken van burg. rechtsvord. (nieuwe uitg., 1948, §§ 459, 476-477, 481); W. L. P. A. Molengraaff, De faillissementswet, 4de dr. (bewerkt door C. W.

Star Busmann), blz. 513-549; R. P. Cleveringa, Het nieuwe Zeerecht, 3de dr., blz, 178-184.

< >