Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

RAMADÂN

betekenis & definitie

is de negende maand van het Mohammedaanse maanjaar, en wordt beschouwd als de heiligste maand, omdat de Koran in deze maand nedergezonden is. Het is de maand van het voorgeschreven vasten; dit vasten bestaat in de onthouding van voedsel en sexueel verkeer van zonsopgang tot zonsondergang, 29 of 30 dagen achtereen.

In de handboeken der wetgeleerdheid worden de vastenvoorschriften uitvoerig behandeld, o.a. worden de gevallen aangegeven waarin vasten niet verplicht is (vrouwen in het kraambed, zieken, reizigers, krijgslieden); op de verbreking van de voorschriften staan bepaalde boeten. Gedurende de gehele maand Ramadân is het sociale en openbare leven in Mohammedaanse landen anders dan gewoon; een groot deel van de dag wordt slapende doorgebracht, allerlei bezigheden staan stil; gewoonlijk worden slechts twee maaltijden genuttigd, na zonsondergang en vóór zonsopgang; de avonden en gedeeltelijk ook de nachten worden besteed aan bijzondere godsdienstoefeningen en aan voordracht van de Koran. De eerste dag van de maand die op Ramadân volgt, i Sjawwât, is de dag van het algemeen gevierde „Feest der Vastenbreking’’ (Arabisch: ’ld al-Fitr, in Turkse landen: Bairam, in Java: Lebaran).

< >