(Piet), Nederlands architect (Amsterdam 1 Juli 1881), goeddeels autodidact, behoorde met M. de Klerk en J. M. van der Mey tot een groep architecten, die stelling namen tegen het rationalisme van Berlage.
Samen stichtten zij de nieuwe Amsterdamse school. Met hun bouw van het Scheepvaarthuis in Amsterdam (1915-T6) kwam een nieuwe richting in de Nederlandse bouwkunst. Evenals De Klerk streefde Kramer naar nieuwe oplossingen in de bouw van huizencomplexen (De Dageraad te Amsterdam, 1921, enz.). Zijn fantasie kreeg voor het eerst de vrije hand bij de drie landhuizen in het park Meerwijk te Bergen, N.H. (1917, later afgebrand). Verdere belangrijke ontwerpen van hem zijn: het Marinegebouw te Den Helder (1911), het IJ-Paviljoen te Amsterdam (1916I, de Bijenkorf te ’s-Gravenhage (IQ24-’26). Zeer belangrijk werk verrichtte hij sinds 1917 als architectonisch verzorger van de Amsterdamse bruggen. Ook is hij ontwerper van edelsmeedwerk (hekken enz.) en meubelen.Lit.: J. G. Wattjes, Nieuwe Ned. bouwkunst (Amsterdam 1923); W. Retera Wzn, P. K. (Amsterdam 1926, Ned. bouwmeesters no 2); Idem, P. K., in: Opgang VI (Amsterdam 1927); J. G. Wattjes en P. A. Warners, Amsterdamse bouwkunst en stadsschoon (Amsterdam 1943).