(Gaspard Hubert), Belgisch classicus en jurist (Maastricht 6 Jan. 1840 - Leuven 22 Mrt 1898), doctor in de wijsbegeerte en letteren, werd tot buitengewoon hoogleraar benoemd aan de Universiteit te Leuven in 1866 en tot gewoon hoogleraar in 1871. Hij doceerde er het Romeins staatsrecht en heeft belangrijke werken hierover nagelaten, die behoren, naast die van Mommsen, tot de beste boeken over het staatsrecht van het oude Rome.
Willems was een van de medestichters van het Davidsfonds, gedurende vele jaren voorzitter van de „Zuidnederlandse Maatschappij voor Taalkunde” en, bij haar oprichting (Juli 1886), de eerste voorzitter van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde.Bibl.: Les antiquités romaines (Bruxelles 1870, 2de dr.: Le Droit Public romain, 1872; 6de dr. 1888; 7de dr. herzien door zijn zoon, J. Willems, hoogleraar te Luik, 1910); Le Sénat de la République romaine, 2 dln (Louvain I878-’83).
Lit.: V. Scialoja, in: Bullet. Istit. Dir. romano 1898, blz. 43, herdrukt in Studi Giurid. dl II (1934), blz. 106; Het Belfort (1898), blz. 194-199.