Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

Philipp Abraham KOHNSTAMM

betekenis & definitie

Nederlands wijsgeer en paedagoog (Bonn 17 Juni 1875), studeerde natuurwetenschappen en filosofie en promoveerde in 1901 op proefschrift: Experimenteele onderzoekingen naar aanleiding van de theorie van Van der Waals. Het P.T.X.-vlak, voorstudies en methoden. Hij volgde Van der Waals in 1908 op als buitengewoon hoogleraar in de thermodynamica aan de Gemeente-Universiteit te Amsterdam en bewerkte diens colleges tot een Lehrbuch der Thermodynamik, 2 dln (1908-1912).

In 1917 deed hij de stap van zijn leven, aanvaardde het Christendom en werd lid der Ned. Herv. Kerk. Sinds die overgang wendde hij zich naar de geesteswetenschappen; het „Nut” bood hem een bijzonder professoraat in de paedagogiek aan en in 1919 aanvaardde hij dit ambt met de oratie: Staatspaedagogieofpersoonlijkheidspaedagogie.De personalist had zich hiermee aangekondigd. De volgende jaren waren gewijd aan zijn levenswerk: Schepper en Schepping, een stelsel van personalistische wijsbegeerte op Bijbelse grondslag: I. Het waarheidsprobleem (1926); II Persoonlijkheid in wording (1929); III De Heilige (1935). Kohnstamm’s personalisme belijdt het vertrouwen, dat er waarheid is in het geloof en dat de hoogste norm geen leer, maar een realiteit is, die zich manifesteert in personen. Christus is de hoogste Persoon en in Hem is de voleindigde waarheid. In zijn practische wijsbegeerte overziet Kohnstamm de waardegebieden en daar glanst de pluriformiteit van het personalisme tegenover de starre uniformiteit der idealistische stelsels. Ook in de opvoedkunde treft het dynamisch beginsel van het personalisme; niet „de paedagogiek als wetenschap” maar „een paedagogisch stelsel” wordt gegeven, waarbij de nadruk valt op verantwoordelijkheid, eerbied voor de persoonlijkheid en de rechten der gemeenschap; maar boven dit alles uit culmineren de opvoeding en zelfopvoeding in het bereiken van die innerlijke vrede, zonder welke geen mens in de zin van het personalisme persoon is.

In 1932 werd Kohnstamm buitengewoon hoogleraar in de Paedagogiek te Utrecht. Zijn inaugurele rede Aanschouwing en abstractie als momenten van leren denken openbaarde nu ook de didacticus. Kohnstamm is een figuur, baanbrekend op het gebied der geesteswetenschappen, van grote invloed, ook buiten Nederland. Zijn ongebroken werkkracht blijkt ook uit zijn jongste wijsgerige werk: Mens en Wereld (1947).

p. A. HOOGWERF

Lit.: J. L. Snethlage, Openbaring en het debat K. - Snethlage (Arnhem 1926); A. Goslinga, Prof. K. en het conflict Groen v. Bruggen (Amsterdam 1926); P. A. Hoogwerf, De paedagogiek v. Prof. K., met een inl. tot zijn werken (Groningen 1933); Paed. Encyclopaedie, II (Groningen 1949), blz. 208 e.v.; Autobiografie in: Groei III (Utrecht 1933).

< >