Duits paedagoog (Geise, Thüringen, io Oct. 1870), studeerde te Giessen, Jena en Berlijn. Hoewel hij oorspronkelijk voor theoloog werd opgeleid, had hij grote belangstelling voor de filologie, psychologie en paedagogiek.
Zijn studie sloot af met een staatsexamen in de theologie te Weimar. In 1899 leidde hij een paedagogische inrichting te Föhr (Noordseepadagogium). Van 1902 af was hij werkzaam onder leiding van dr H. Lietz aan het Landerziehungsheim, Haubinda.
In 1906 ging hij over naar de Freie Schulgemeinschaft Wickersdorf, waar hij samenwerkte met Wijneken. In 1910 richtte hij de Odenwaldschule op, waarvan hij de leiding behield tot 1934. Geheeb vestigde zich toen in Zwitserland, waar hij mededirecteur werd van het Instituut Monnier te Genève. In zijn school realiseerde hij het arbeidsschoolprincipe, waarbij de leerlingen volledige vrijheid in de keuze van hun werk verkregen, terwijl een uitgebreid zelfbestuur diende tot ontwikkeling van het verantwoordelijkheidsgevoel.
Geheeb noemt zich een aanhanger van de denkbeelden van Goethe en Fichte en stelde zijn school in dienst van zijn religieus-humanistische idealen. Als practicus publiceerde hij weinig, behoudens enkele artikelen over het onderwerp: co-educatie.Lit.: E. Huguenin, Die Odenwaldschule (1926).