Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 05-01-2022

Paul françois jean nicolas barras

betekenis & definitie

vicomte de, Frans staatsman (Fox-Amphoux in Var 30 Juni 1755 - Kasteel Chaillot bij Parijs 29 Jan. 1829), vocht als luitenant in Indië tegen de Engelsen in de oorlog van 1776-1783. Tijdens de grote revolutiejaren speelde hij geen belangrijke rol.

Hij was lid van de Nationale Conventie, sloot zich aan bij de Bergpartij, stemde voor de dood van Lodewijk XVI, was Conventie-missionaris bij het beleg van Toulon en vestigde er de aandacht op Bonaparte. Teruggekeerd in Parijs, behoorde hij tot die Montagnards, die Robespierre vreesden, omdat zij vooral hun eigenbelang dienden en sloot hij zich bij de Thermidorianen aan. In de nacht van 9 op 10 Thermidor van het jaar II (27/28 Juli 1794), toen Robespierre door de Parijse Commune bevrijd was, benoemde de Conventie hem tot opperbevelhebber over haar troepen en had hij dus aandeel in de omverwerping van de dictatuur. Hij kwam daarna in het 3de Comité de Salut Public, werd voorzitter der Conventie en zat tussen 1795 en 1799 onophoudelijk in het Directoire. Hij was echter een genotzuchtig en beginselloos man, die het burgerlijk bewind infecteerde met het bederf van het Ancien Régime. Op verschillende momenten oefende hij nog dictatoriale macht uit.

Vooreerst bij de royalistische opstand van 13 Vendémiaire IV (5 Oct. 1795), toen hij, wederom tot opperbevelhebber van het Parijse garnizoen benoemd, Bonaparte gelegenheid gaf zich nogmaals te onderscheiden door de oproerlingen neer te schieten. De beloning was het opperbevelhebber schap over het Italiaanse leger en het huwelijk met Joséphine de Beauharnais, met wie Barras te voren betrekkingen onderhouden had. Vervolgens op 18 Fructidor V (4 Sept. 1797), toen wederom met medewerking van Napoleon Bonaparte, die middelerwijl zijn grote overwinningen in Italië behaald had, een groot aantal royalisten uit de Raad van Vijfhonderd verwijderd werd. Eindelijk, 30 Prairial VII (18 Juni 1799), toen de samenstelling van het Directoire en van de Ministerraad in overeenstemming met die van de meerderheid der beide Raden gebracht werd. Deze waren nl. „revisionistisch”, d.w.z. wensten wijziging in de bestaande grondwet. Met deze laatste staatsgreep, waarbij Barras intussen, evenals trouwens ook bij de vorige, meer gedreven werd dan zelf dreef, had hij zijn eigen politieke val voorbereid.

Immers, korte tijd later keerde Napoleon uit Egypte terug en wierp hij 18 Brumaire VIII (9 Nov. 1799) het Directoire omver. Tijdens het Consulaat en het Keizerrijk was het Barras verboden zich te Parijs en omgeving op te houden. Voortdurend hield de politieke politie hem in het oog. Bij de Restauratie van 1815 viel het op, dat Lodewijk XVIII in het verbanningsdecreet der koningsmoordenaars Barras niet noemde. Barras’ Mémoires, die in 1895 uitgegeven werden door G. Duruy (4 dln), zijn weinig betrouwbaar.DR J. S. BARTSTRA

Lit.: L. Sciout, Le Directoire, 4 vol. (Paris i8g5-’97); A. Sorel, L’Europe et la Rév. Franç. V, VI (Paris i903-*04); A. Vandal, L’avènement de Bonaparte (Paris 1902-1904).

< >