Belgisch musicoloog (Gent 23 Febr. 1868 - 14 Nov. 1935), doctor in de wijsbegeerte en de letteren (1887), studeerde muziek aan het Conservatorium te Gent, als ook onder de leiding van H. Waelput; was achtereenvolgens hulpbibliothecaris (1892), onderbibliothecaris (1899), bibliothecaris (1913) en hoofdbibliothecaris (1919) der Rijksuniversiteit te Gent.
In 1912 kreeg hij de leerstoel van muziekgeschiedenis aan deze Universiteit. Lid van de Kon. Acad. van België (1913). Ging met rust in 1933. Zeer bekend oudheidkundige, bibliograaf en beoefenaar der muziekgeschiedenis, die talrijke bijdragen liet verschijnen in Belgische en Franse tijdschriften. Deze hebben eerder een regionaal belang.
Gedurende jaren was hij ook de secretaris van de Biographie nationale, publicatie uitgegeven door de Kon. Acad. voor Wetensch. De beste delen van dit grote werk verschenen onder zijn leiding. Na Wereldoorlog I was hij redacteur van de muzikale Kroniek van verscheidene dag- en weekbladen, in het Frans uitgegeven, waar zijn beschouwingen op muzikaal gebied toonaangevend waren.PROF. DR R F. APERS
Bibl.: voornaamste werken: L’Art ancien dans les Flandres, 3 dln, in samenwerking met J. Gasier (1914-1922); Les Imprimeurs beiges k l’étranger (1922); Variétés musicologiques (ie s. 1891), (2e s. 1901).
Lit.: Een onvolledige bio-bibliografie, chronologisch opgesteld, gaande tot 1912 in: Liber Memorialis v. d. Univ. Gent, 1913, I, blz. 280-286; R. Apers, Paul Bergmans (Arch. Bibl. et Mus.de Belg. 1936, blz. 156-160); Ch. v. d. Borren, P.
Bergmans (Annu. Acad. roy. Belg. 1938, blz. 103-145), met system. lijst van geschriften v. P. B.