Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

ORION

betekenis & definitie

(1, Griekse mythologie), een reusachtige jager, zoon van koning Hyrieus in Boiotië, volgens anderen van Poseidon of uit de aarde geboren. Hij was zó groot, dat hij door de diepste zee kon gaan.

Toen hij Merope(m<f-), dochter van Oinopion van Chios, trouwen wilde ofwel haar onteerd had, maakte Oinopion hem blind, maar geleid door een knaap trok hij naar het O., waar de zonnestralen hem het gezicht weergaven. Ook werd van hem verhaald, dat hij de Pleiaden vervolgde, totdat Zeus haar uit medelijden onder de sterren opnam. Volgens Homerus doodde Artemis hem met haar pijlen, volgens een ander verhaal werd hij gedood door een schorpioen, die Artemis op hem afzond, omdat hij getracht had haar te overweldigen. Na zijn dood werd hij aan de sterrenhemel geplaatst. Oorspronkelijk schijnt Orion als de „grote jager” in Boiotië thuis te behoren, en wel in het bijzonder te Tanagra, waar men zijn graf toonde. Ter verklaring van de mythe, waarin hij in verband gebracht wordt met de Pleiaden, moet men uitgaan van het sterrenbeeld Orion, dat Homerus reeds onder die naam bekend is.Lit.: S. Eitrem, Orion und Minos (Symbolae Osloenses, fase. 7 (1928), blz. 53-64).

(2, sterrenkunde) is de naam van een der bekendste en helderste sterrenbeelden. Het is in Europa de gehele winter zichtbaar. Het ligt tussen 68° en 96° rechte klimming en tussen -13° en + 24° declinatie. Bekend zijn de sterren Betelgeuze (𝛼) en Rigel (𝛽), van de eerste grootte, en Bellatrix (𝛾) van de tweede grootte. De sterren 𝛿, e, ς worden wel genoemd: Gordel, Jacobsstaf of Drie kortingen. Onder deze gordel is een zeer bekende nevel, die in 1619 door Cysatus is ontdekt, en later door Huygens grondig bestudeerd.

(3), Griekse grammaticus uit Thebe (in Egypte), was ca 425 n. Chr. werkzaam te Alexandrië, later in Constantinopel, nog later in Caesarea; samensteller van een etymologisch lexicon, een hoofdbron voor de bewaard gebleven werken van dien aard (z Etymologicum).

Uitg.: Orionis Thebani Etymologicon, ed. F. G. Sturzius (Leipzig 1820).

< >